top of page
Zoeken

Beste slimme stad, wat met de serendipiteit?


Brieven aan de Stad is een initiatief van De Republiek en Architectuuratelier Dertien 12. Op 24 november 2022 vond de zevende editie plaats in MaM - Mind and Makerspace te Brugge met de slimme stad als centraal thema. Annelien Smets werd uitgenodigd een brief te schrijven aan de slimme stad en stelt daarin de vraag wat met de serendipiteit?



Beste Stad Brugge,


… en bij uitbreiding eigenlijk élke stad, want hetgeen ik graag wil delen via deze brief gaat over iets wat jullie allemaal kenmerkt: serendipiteit.


Het kan goed zijn dat u het nu in Keulen hoort donderen of dat uw spreekwoordelijke haren rechtop gaan staan, want wéér zo’n modewoord. Beide reacties zijn volledig te begrijpen. Serendipiteit is een veel gebruikt, maar tegelijk ook een bijzonder vaag woord.


Zelf heb ik er mijn doctoraat over geschreven en dat jarenlange onderzoek heeft mij alleen maar gesterkt in de overtuiging dat het inderdaad bijzonder moeilijk te definiëren valt. Ook Horace Walpole die het woord serendipiteit in de 18de eeuw voor het eerst gebruikte – in een brief, nota bene – vond dat het best te begrijpen valt aan de hand van een aantal voorbeelden.


Ongetwijfeld één van de meest gebruikte voorbeelden is de ontdekking van penicilline. Alexander Fleming deed op dat moment onderzoek naar stafylokokken bacteriën, maar door een toevallige vervuiling van één van zijn Petrischaaltjes, merkte hij een bijzonder patroon op in één van de bacteriekweken. In plaats van het schaaltje gewoon weg te gooien, besloot hij het verder te onderzoeken en die beslissing leidde tot de ontwikkeling van antibiotica.


Maar ook een papieren krant wordt vaak aangehaald als een bron van serendipiteit: de krant openslaan, een artikel zien over ruimtevaart en besluiten om het te lezen hoewel ruimtevaart geen onderwerp is waar je uit jezelf informatie over zou gaan zoeken. Wanneer het lezen van dat artikel toch een nieuwe interesse aanwakkert, of misschien zelfs een volledig nieuwe passie doet ontstaan, wordt dit omschreven als serendipiteit.


En zo kan ik nog wel een hele tijd doorgaan. Talrijke uitvindingen, maar ook dagelijkse gebeurtenissen en ontmoetingen worden wel eens geassocieerd met serendipiteit. Heel wat professionele samenwerkingen, maar ook vriendschappen en relaties vloeien voort uit een onverwachte of ongeplande ontmoeting.


U merkt het al: het woord dekt vele ladingen. We zouden het kunnen samenvatten als een ongeplande gebeurtenis die leidt tot positieve zaken zoals maatschappelijke vooruitgang in termen van innovatie of een individuele verrijking.


Het woord serendipiteit duikt de afgelopen jaren ook steeds vaker op. En dat heeft alles te maken met dit: een brief. Of eerder het gebrek aan brieven, omdat we tegenwoordig meer en meer digitaal communiceren.


Laat mij toe om het, als communicatiewetenschapper, even te hebben over die digitale communicatie.


Digitale communicatie is een bron van vele voordelen die in de eerste plaats vooral geassocieerd kunnen worden met efficiëntie. Een brief is enkele dagen onderweg terwijl een e-mail in enkele seconden zijn bestemming bereikt.


Daarnaast gaat digitale communicatie vaak ook gepaard met overvloed. Door het wegvallen van fysieke beperkingen bijvoorbeeld. Denk opnieuw aan een krant. Terwijl er in een papieren versie slechts plaats is voor een beperkt aantal artikels, is er bij een online krant plaats voor een oneindige hoeveelheid artikels. Hetzelfde geldt voor online meetings: uit onderzoek blijkt dat werknemers meer vergaderen sinds we massaal zijn overgestapt op online tools zoals Zoom.


… maar het is niet alleen overvloed. Paradoxaal genoeg is er gelijktijdig ook reductie en gaat er heel wat verloren. Uit diezelfde onderzoeken over online vergaderen leren we bijvoorbeeld dat er in online meetings heel wat minder nieuwe ideeën ontstaan en minder creativiteit te vinden is. Als Stad heeft u waarschijnlijk nog nooit deel uitgemaakt van een online vergadering, maar eenieder die dat wél al eens deed, zal u kunnen vertellen dat het niet de meest ideale omgeving is om luidop te brainstormen, want de kans bestaat zelfs dat iemand u mute. Ook de online tegenhanger van het toevallige gesprek aan het koffieapparaat dat leidt tot een nieuw idee is vaak ver te zoeken in online omgevingen.


Bovendien is er online soms ook nood aan extra filtering, om net door die overvloed te kunnen navigeren. In tegenstelling tot het volledig kunnen doorbladeren van een papieren krant, is het quasi onmogelijk om de honderden artikels die dagelijks online gepubliceerd worden allemaal te overlopen. Daarom wordt er, vaak aan de hand van algoritmes, een automatische selectie gemaakt van nieuws waarvan men denkt dat de lezer het zal willen lezen. Er wordt echter gevreesd dat deze algoritmes vooral zorgen voor meer van hetzelfde in plaats van in te zetten op smaakverbreding. Deze zorg over het beperkende karakter van dat soort algoritmes, schuilt achter het idee van een zogenoemde ‘filter bubbel’. Hierbij wordt ervan uitgegaan dat het artikel over ruimtevaart je nooit zou aanbevolen worden door de algoritmes.


Met andere woorden: er wordt gevreesd dat digitale communicatie serendipiteit afremt.


Nu vraagt u zich waarschijnlijk af waarom het over communicatie gaat in een brief gericht aan u, beste stad.


Wel, het antwoord is erg eenvoudig: ook de stad is een communicatiemedium. En u bent daar een bijzonder mooi voorbeeld van, Brugge. Dankzij uw gebouwen, monumenten en straten communiceert u al eeuwenlang uw geschiedenis en cultuur van generatie op generatie.


Bovendien heeft ook communicatietechnologie een invloed op de stad. Volgens Plato was de grootte van de ideale stad gelimiteerd tot de reikwijdte van de stem van de stadsomroeper. Het ontstaan van een gedegen postsysteem zorgde er dan weer voor dat steden konden groeien. En hoe langer hoe meer zorgde nieuwe communicatietechnologieën, zoals de telefoon, dat de fysieke beperkingen voor communicatie nagenoeg werden opgeheven.


Het is dan ook niet meer dan normaal dat we af en toe eens stilstaan bij de relatie tussen communicatietechnologieën en de stad.


Hoe voelt dat voor u, beste Stad Brugge? Of beter: beste slimme Stad Brugge.


U won vorige week een award op het Smart City Expo World Congress in Barcelona, maar zelfs zonder die erkenning durf ik te stellen dat u een slimme stad bent. Net zoals vele van uw dichte en verre collega’s. Er zijn heel wat visies over wat een slimme stad nu wel of niet is, en we zouden het daar heel lang over kunnen hebben, maar laat ons dat misschien eens doen bij een tas koffie.


Voor mij betekent een slimme stad dat onze beleving in en van de stad beïnvloed wordt door digitale communicatietechnologie. Meer bepaald de interactie tussen de stad en haar bezoekers wordt beïnvloed door digitale technologie.


U voelt mij wellicht al aankomen: wat gebeurt er met serendipiteit in de slimme stad?


Natuurlijk moeten we het dan misschien eerst even hebben over waarom serendipiteit in een stad belangrijk is en wat het eigenlijk betekent. Serendipiteit is en blijft dat vaag modewoord, weet u wel.


Ik zou die vraag eigenlijk beter door u laten beantwoorden, want serendipiteit zit overal in de stad. Het zit in de straten, de gebouwen, de natuur, de architectuur, de pleinen, de mensen, … overal. Steden worden dan ook niet toevallig vaak omschreven als een serendipity engine, een motor voor serendipiteit.


Enerzijds is stedelijke serendipiteit iets heel individueel en soms zelfs banaal.


In de stad waar je al jarenlang woont plots een gezellig pleintje ontdekken. Op citytrip een klein straatje inslaan en daar een restaurant ontdekken dat je favoriete keuken serveert. Of bij het bekijken van een historisch gebouw aan de praat raken met iemand die een ongelofelijk verhaal vertelt over de geschiedenis van dat gebouw.


Allemaal ongeplande, maar interessante gebeurtenissen en ontmoetingen.


Maar het gaat niet alleen over wat mensen als individu ervaren. Serendipiteit wordt ook geacht een invloed te hebben op ons sociaal weefsel, op onze samenhorigheid en democratische waarden.


Hoewel ze het woord nooit letterlijk gebruikt hebben, is serendipiteit wel hetgeen waar sociologen, stadsactivisten en architecten zoals Richard Sennett, Jane Jacobs of Jan Gehl naar verwijzen wanneer ze het hebben over de stad als publieke ruimte. In die context betekent serendipiteit het spontaan en ongepland in contact komen met het andere – met de ander.


Digitalisering, technologie, efficiëntie, voorspelbaarheid, … het lijkt allemaal haaks te staan op de essentie van serendipiteit: het onverwachte, het ongeplande.


Eén van de voordelen van digitale technologieën in een stad is inderdaad net om ons te ontdoen van onverwachte of ongeplande omstandigheden. Dankzij data over verkeersstromen vermijden we terecht te komen in een file. Of dat we te laat arriveren op onze afspraak omdat we geen parkeerplek kunnen vinden.


Als stad zal u ongetwijfeld ook ervaren dat mensen steeds vaker met hun smartphone in de hand door uw straten lopen. In plaats van rond te kijken op zoek naar een bordje met een straatnaam of een ander herkenningspunt, richten ze hun blik naar beneden om nagenoeg blindelings de instructies op het scherm te volgen.


Technologie beïnvloedt niet alleen hoe we door de stad navigeren, ook in toenemende mate waar we naartoe gaan. Mensen maken steeds vaker gebruik maken van onlinediensten zoals Google Maps of Tripadvisor of laten ze zich inspireren door wat ze te zien krijgen op sociale media.


Ook bij die onlinediensten zijn er algoritmes nodig om ons te helpen navigeren door de overvloed, maar mogelijks komen we op die manier ook vooral in contact met meer van hetzelfde. Lopen we dan het risico om terecht te komen in een stedelijke filter bubbel?


Enkele jaren geleden deden we zelf een experiment. We zochten via Google Maps naar restaurants in Brussel en dat deden we zowel in het Nederlands als in het Frans. Uit dat onderzoek bleek dat Nederlandstalige zoekopdrachten vooral resultaten opleveren in het centrum van Brussel, terwijl zoekresultaten in het Frans veel meer verspreid waren over de hoofdstad.


Dit was een relatief eenvoudig experiment waarbij we uitsluitend varieerden met taal. Maar Google weet – of denkt veel meer te weten over haar gebruikers: leeftijd, gezinssituatie, interesses, beroep, en ga zo maar door. Het is dan ook, in theorie, niet onmogelijk dat al deze informatie zou gebruikt worden om bepaalde plaatsen of evenementen in de stad al dan niet aan te bevelen.


Op die manier zou iemand met interesse in klassieke muziek en financieel nieuws totaal andere aanbevelingen kunnen krijgen dan schoolgaande jeugd die zich bezighoudt met sociale media en online games. En ze zouden zich bijgevolg ook naar verschillende plaatsen in de stad begeven.


In een bijzonder dystopisch scenario, wordt zo de stad ontdaan van één van haar grootste troeven: het faciliteren van de spontane ontmoeting met de andere. Dit zou niet alleen kunnen leiden tot een individuele afvlakking van interesses, maar ook op maatschappelijk niveau grote gevolgen hebben.


Is dat waartoe we gedoemd zijn in de slimme stad? Betekent de slimme stad het einde van stedelijke serendipiteit?


Zoals het u niet zal verbazen van een wetenschapper, is mijn antwoord op die vraag “ja en neen”. En voor alle duidelijkheid: zo’n antwoord is geen truc om de vraag niet te hoeven beantwoorden, maar eerder het gevolg van de tweezijdigheid van communicatietechnologie. Zo wordt bijvoorbeeld al decennialang de vraag gesteld of technologie ons dichter bij elkaar brengt of net verder uit elkaar drijft. En ook daar is het antwoord: beide. Denk aan sociale media. We zijn vandaag nog nooit zo geconnecteerd geweest met elkaar, maar tegelijk ook nog nooit zo sterk op het individu gericht.


Hetzelfde geldt voor serendipiteit in de slimme stad. Ja, technologie kan ertoe leiden dat we geen oog meer hebben voor het kleine straatje achter de hoek. Of dat we steeds meer van hetzelfde te zien krijgen.


Maar tegelijk kan technologie ook net meer kansen creëren voor serendipiteit. En daar ligt de essentie. De technologie die vandaag van onze steden slimme steden maakt, kan benut worden om meer ruimte te creëren voor serendipiteit.


Enerzijds door de manier waarop ze ontworpen wordt. Door te kijken naar “natuurlijke serendipity engines” zoals de stad, kunnen we onze technologie doelbewust ontwerpen voor serendipiteit. Een tweede belangrijke factor is ook hoe de technologie gebruikt wordt.


Laat me u even meenemen naar een andere stad, naar Londen. Daar vinden we ten Noordoosten van het historisch stadscentrum een opmerkelijke boekenwinkel: Libreria. Bij het binnenwandelen, wordt u in eerste instantie mogelijks overdonderd door de hoeveelheid aan kleuren en beelden. Want in tegenstelling tot de meeste boekenwinkels staan bij Libreria de boeken namelijk niet met hun rug naar de bezoekers, maar wel met de cover. Veel meer visuele prikkels dus. Maar geen zorgen, Libreria voorziet ook heel veel zitplaatsen waar mensen rustig, op hun gemak, de tijd kunnen nemen om alles tot zich te laten komen. En misschien zo hun oog laten vallen op een boek waar ze uit zichzelf nooit naar zouden op zoek zijn gegaan.


U hoort het al: Libreria is doelbewust ontworpen voor serendipiteit. Er zijn inderdaad bepaalde ontwerpkeuzes die kunnen gemaakt worden om zo meer ruimte te creëren voor serendipiteit. En dat geldt voor fysieke ruimtes, maar we kunnen dezelfde principes ook toepassen bij het ontwerpen van technologie. Ook de technologie in de stad.


Zo hebben wij een demo gemaakt van een routeplanner waarbij mensen uitgenodigd worden om rond te kijken in de omgeving. We stippelen namelijk geen exacte route uit waarlangs ze moeten navigeren, maar werken met breder gedefinieerde zones.


Ook op het niveau van stadsplanning kan technologie helpen om ruimte voor serendipiteit te creëren. Digital twins kunnen gebruikt worden om rustige zones te identificeren en later ook te creëren, waar mensen de kans krijgen om even te vertragen en op die manier aandacht te geven aan de omgeving – zoals de zitplaatsen bij Libreria. Bij de Superblock Models in Barcelona bijvoorbeeld, heeft een grootschalige analyse van mobiliteitsdata geholpen om bepaalde delen van de stad terug meer toegankelijk te maken en zo opnieuw te laten dienstdoen als plaats van ontmoeting.


Het gaat dus niet alleen over het vormgeven van de technologie, ook hoe de technologie gebruikt wordt speelt een belangrijke rol. Technologie kan ontwikkeld worden als een motor voor serendipiteit, maar zolang er niemand iets met die motor doet, gebeurt er niets.


Libreria kan ontworpen zijn voor serendipiteit, maar wanneer niemand naar binnenloopt blijft het slechts een ongerealiseerd potentieel.


Stedelijke serendipiteit is iets waar we samen verantwoordelijk voor zijn.


Voor u, als stad, is dit eerder een vanzelfsprekendheid. Want u bént die motor voor serendipiteit.


Maar voor ons, bezoekers, inwoners en ook ontwerpers van de stad, betekent dit misschien dat we bepaalde denkkaders in vraag moeten durven stellen. De efficiëntie en voorspelbaarheid waar de technologie van vandaag naar streeft, staat niet per definitie haaks op het ongeplande en onverwachte van serendipiteit. Die efficiëntie en voorspelbaarheid biedt mogelijks net meer ruimte voor het ongeplande.


Maar om dat te doen, om overtuigd te geraken dat de slimme stad niét het einde van serendipiteit hoeft te betekenen, hebben we baat bij enkele voorbeelden die ons kunnen inspireren. Niet alleen over hoe we de technologie kunnen ontwerpen, maar ook hoe wij ze gebruiken. Voorbeelden die ons doen stilstaan bij wat we missen wanneer we door de stad lopen met onze blik op een scherm gericht.


Ik ben dan ook heel blij u te mogen voorstellen aan Serendipity Engine. Dit is een onderzoeksproject waarbij we samen met vier onderzoeksgroepen net die serendipiteit in de slimme stad gaan bestuderen. Zowel wat het betekent, hoe mensen het ervaren en hoe technologie kan ontworpen worden om ruimte te creëren voor serendipiteit in de stad.


Het bijzondere aan dit project is dat het een maatschappelijke finaliteit heeft. Dat betekent dat we niet alleen wetenschappelijk onderzoek uitvoeren, maar ook in gesprek gaan met maatschappelijke actoren om zo te inspireren, maar ook geïnspireerd te worden.


En ik nodig u graag uit, beste Stad Brugge, om eens langs te komen. Om samen met onze onderzoekers na te denken over wat het mag betekenen voor u, die stedelijke serendipiteit. En hoe we dit kunnen realiseren – en zélfs nog versterken – in de slimme stad.


Tot dan?


Hartelijke groet,

Annelien



(Omslagfoto: Femke Den Hollander / De Republiek)

bottom of page